Er zijn al veel werkgevers die aan de slag zijn met de Banenafspraak. Zij vertellen u wat het oplevert, en waar u op moet letten. Staatssecretaris Klijnsma ziet in de praktijk dat dat voor een zwaan-kleef-aan-effect kan zorgen: “Laat u uitdagen door de verhalen van deze ervaren werkgevers. Mensen met een beperking die aan de slag kunnen zijn oprecht blij met hun werk, en werkgevers zijn enthousiast. Het levert echt iets op!“
staatssecretaris
“De nieuwe medewerkers bij de bedrijfsbrandweer doen taken die onze collega’s eerst zelf deden, zoals onderhoud en schoonmaak, en klussen die we anders moeten uitbesteden aan contractors. Nu zij dit doen worden andere collega’s ontlast en kunnen ze zich beter richten op hun brandweertaken. De jongens waren eerst timide, maar bloeiden hier snel op. Ze vinden het super om te werken, vonden het vervelend om aan de kant te staan. Je ziet nu dat de rest van de organisatie ook nadenkt over plekken waar Wajongers zouden kunnen werken.”
“Diversiteit in je organisatie heeft toegevoegde waarde. Elkaars verschillen benutten, om zo met een andere blik naar het werk te kijken. En het kan ook nog eens veel gezelliger worden. Maar zorg wel voor zinvol werk. Mensen willen zich onderdeel van het geheel voelen. Niks is vervelender dan er maar gewoon wetmatig bij te zitten. Ook goede begeleiding is belangrijk, mensen hebben structuur, regelmaat en een warme omgeving nodig.”
“Het duurt misschien iets langer dan bij reguliere werknemers, maar deze extra energie win je snel terug. Al snel zijn deze medewerkers de dieseltjes van een afdeling: in het begin is de productiviteit wat lager maar zodra Wajongers goed zijn ingewerkt, is hun productiviteit goed, houden ze het repeterende, eenvoudige werk langer vol dan reguliere werknemers en hebben ze bovendien meer plezier in dit werk.”
“Divers samengestelde teams scoren veel beter. Daar ben ik van overtuigd. Als gemeente moet het onze doelstelling zijn om Amsterdammers de best mogelijke dienstverlening te bieden. Teams die op elke denkbare manier een afspiegeling van de stad zijn, slagen daar veel beter in. Je moet de financiën aan de voorkant goed regelen. Wij hebben gekozen om voor deze doelgroep een centraal budget te creëren. Dat betekent dat de afdelingen het niet zelf hoeven te betalen als ze iemand met een arbeidsbeperking aannemen.”
“Een gunstige fiscale regeling gaf ons de aanleiding om te starten met mensen met een arbeidsbeperking. Toen de eerste werknemer daadwerkelijk aan de slag ging, bleek dat de meerwaarde voor je bedrijf op een heel ander gebied ligt. Mensen zijn ongelofelijk blij dat ze een kans krijgen en zetten zich daar optimaal voor in. Het is mooi om mensen te helpen zich te ontwikkelen. En het levert je betrouwbare, loyale werknemers op die lang in de organisatie blijven en voor je door het vuur gaan.”
“De TU Delft werkt al meer dan dertig jaar met mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Zij werken op veel verschillende plekken, zijn eigenlijk de smeerolie in de organisatie. We nemen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid, deze mensen horen erbij!”
Bekijk het filmpje met het verhaal van een van de medewerkers:
“Medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt of een arbeidsbeperking zijn heel interessante mensen die iets extra’s brengen op de werkvloer. Onze eigen mensen zijn betrokken en worden geënthousiasmeerd. En we merken dat Kappert PLUS helpt om ook als bouwbedrijf efficiënter te werken. De medewerkers van Kappert PLUS zorgen ervoor dat containers met afvalhout worden geleegd zodat anderen door kunnen met een bouwproject.”
Manager Marjolein Westra nam een Wajonger als secretaresse aan: “Je moet je voortdurend realiseren dat je te maken hebt met iemand die een arbeidsbeperking heeft. Het vergt maatwerk, omdat sommige activiteiten niet passen bij Linda. De spanningsboog van Linda is wat korter. Ik moet meer zelf doen, vaker dingen herhalen. Het gaat steeds beter. Linda is een doorzetter en leergierig. En we hebben veel lol samen.” Linda de Snoo: “Als ik zie wat ik in het begin deed en nu, dan denk ik…zo, ik ben toch erg vooruit gegaan. Ik heb een hele ontwikkeling doorgemaakt.”
“Probeer het! Ik merk dat er een grote groep is die twijfelt. Ondernemers die vragen ‘Maar wie haal ik dan in huis?’. Tegen hen zou ik willen zeggen: kijk eens naar bedrijven die het al hebben gedaan. Praat er eens mee en probeer het gewoon. Ga naar het WerkgeversServicepunt om te kijken wat ze voor je kunnen betekenen. Ik weet zeker dat het werkt! En denk ook eens buiten de gebaande paden als catering en schoonmaak en groenvoorziening. Dan is er veel meer mogelijk dan je denkt.”
“Natuurlijk gaan taken niet altijd honderd procent zoals bij een gewone werknemer, ze hebben wel een beperking. De werknemers zijn heel strikt in hun eigen taken. Als ze als taak hebben om de papierbakken leeg te maken en er zit een klein stukje plastic in, dan spreken ze onze eigen werknemers daar op aan. Iedereen accepteert dat ze zo gedreven zijn in hun taken. Ze horen erbij en zijn geïntegreerd. Het werken voor de Luchtmacht is bijna heilig voor ze”
“Wij hebben twee eerdere plaatsingen gedaan die niet goed liepen. Wat daarbij misging, is dat wij geen afstemming hadden met de gedetacheerde medewerker en de instantie die hem begeleidde. Terwijl het juist heel belangrijk is om constant met de medewerker en de begeleiding af te stemmen wat je kunt bieden en wat de mogelijkheden zijn, maar ook waar je tegenaan loopt. Bij de plaatsing van Christiaan is dat wél goed geregeld. De groei die je ziet bij Christiaan en binnen je organisatie, is zo mooi. Ga voor die kans!”
“Dat wij met deze jongens werken is een bewuste keuze, we willen graag onze maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Stephan heeft zijn meerwaarde voor school ruim bewezen. We merken het gewoon als hij er niet is. Hij hoort er net zo bij als de andere collega’s. Zorg wel voor één aanspreekpunt in de organisatie en heb aandacht voor de juiste belasting. Het is belangrijk regelmatig overleg te hebben met elkaar.”