125.000 banen voor mensen met een beperking in 2026, daar gaan we voor! De invulling daarvan verschilt per sector. Aanjagers Aart van der Gaag (marktsector) en Hans Spigt (overheid) vertellen u graag waarom zij zich inzetten voor de Banenafspraak, en wat het voor u kan betekenen.
Naam: Hans Spigt
Leeftijd: 55
Was eerder: wethouder in Dordrecht en Utrecht en voorzitter van de VNG-commissie Werk en inkomen
Bekende uitspraak: ‘De Banenafspraak is een werkafspraak!’
Twitter: @spigth
Hans Spigt: “Nodig als stok achter de deur. Het brengt werkgevers in beweging.” Aart van der Gaag: “Als het quotum er niet was geweest was er misschien niets gebeurd. Maar inmiddels werkt het belemmerend, het zit tussen de oren bij werkgevers die daardoor voorzichtige keuzes maken.” Spigt reageert: “Deze 125.000 banen zijn bedoeld voor mensen die nergens anders recht op hebben en afhankelijk zijn van de inspanningen van werkgevers. Dan is het goed dat werkgevers ook mensen uit die specifieke groep aannemen.”
Van der Gaag: “Beide!” Spigt: “Geen van beide!” Van der Gaag: “In sommige sectoren is veel werk geschikt voor de doelgroep. Als je dan je bedrijf overeind kunt houden door iemand met subsidie aan te nemen… dat is in beginsel een prima economisch motief. Als iemand eenmaal aan het werk is, zien werkgevers al snel de andere meerwaarde.” Spigt: “Mensen uit de doelgroep kunnen meestal nooit een functie volledig vervullen, maar alleen een deel van de taken. Daarin hebben ze een meerwaarde, maar ze zijn dus nooit een goedkope vervanging van een bestaande kracht. We zien bij de overheid juist relatief vaak dat mensen boven de sterkte aangenomen worden.”
Spigt: “Je moet je best ervoor doen, investeren in elkaar. De werkgever, maar ook de persoon die geplaatst wordt. Dat is best even wennen, we hebben dit thema veertig jaar buiten de werkvloer geregeld en we maken het nu collectief. Dat betekent ook iets voor jou als collega. Dat kan gedoe zijn, maar vaak ook een verrijking.” Van der Gaag: “Als je er nog nooit iets mee gedaan hebt is het de eerste keer gedoe, daar moet je eerlijk in zijn. Subsidies, instanties… Maar iedereen die dat aandurft, ziet het uiteindelijk als verrijking. Ik tref zo vaak bedrijven die spontaan vertellen wat het hen allemaal oplevert als ze eenmaal gestart zijn, dat is geweldig.”
Van der Gaag: “Hè wat een clichébeeld! De groep mensen met een beperking is net zo divers als welke andere groep ook. Natuurlijk zijn er mensen met een gebruiksaanwijzing. Maar mensen zijn zo blij dat ze aan het werk kunnen, de loyaliteit is dan groot. Dat hoor ik niet toevallig een keertje van een werkgever, maar echt wel tig keer in het hele land!” Spigt: “Ik ben het met Aart eens, maar het is wel belangrijk je te realiseren dat deze mensen geen legoblokjes zijn. Je kunt ze niet overal tussenschuiven en dat het dan meteen goed gaat. Het is maatwerk. Maar het is ook niet erg als het een keertje fout gaat, dat gebeurt bij gewone werknemers ook.”
Van der Gaag: “Toch wel goed voorbereiden. Ik riep altijd: beginnen!, maar heb geleerd dat je het belang van goede begeleiding niet moet onderschatten. De top van een bedrijf kan het wel willen, maar als management en werkvloer niet meegaan gaat het de mist in. Leer van de tips van anderen, bijvoorbeeld via netwerken als De Normaalste Zaak, en ga dan aan de slag.” “Dat wil ik toch wat nuanceren Aart,” zegt Spigt. “Voorbereiding is belangrijk, maar bij de overheid kun je zo een jaar verder zijn voor de beleidsnotitie af is en alle besluiten genomen zijn. Spiegel je aan het bedrijfsleven en probeer het gewoon eens. Begin niet met de vraag of het binnen de regels past of in de werkbeschrijving, maar ga voor maatwerk.”
Naam: Aart van der Gaag
Leeftijd: 67
Was eerder: directeur Arbeidsbureau, directeur Start Uitzendbureau en directeur ABU (branchevereniging uitzendorganisaties)
Bekende uitspraak: ‘Een werknemer met een beperking levert je bedrijf echt iets op!’
Twitter: @aartgaag