Jobcoach ondersteunt werkgevers met sociaal hart
Maar liefst 80% van de kandidaten die jobcoachorganisatie Actor Consultancy plaatst, voldoet zo goed dat ze langdurig blijven bij de bedrijven waar ze geplaatst zijn. Directeur Michael Lafeber gelooft met hart en ziel in de potentie van mensen met een beperking. Maar hij wordt af en toe gek van de bureaucratie. “Ik heb inmiddels een fulltime baan aan het blussen van brandjes voor de 13 jobcoaches die we in dienst hebben.”
“Ik heb inmiddels een fulltime baan aan het blussen van brandjes voor de 13 jobcoaches die we in dienst hebben.”
Familiebedrijf Actor Consultancy is een gedreven pionier. “De Banenafspraak ging 1 januari 2015 in en de week daarna stond ik met mijn kandidaat bij de eerste gemeente op de stoep.” En liep hij tegen het eerste probleem aan. “De bedoeling van de wet is goed, en vanuit de overheid is over een aantal dingen echt wel nagedacht. Maar de concrete actie ligt bij de gemeenten, en die hebben daar niet voldoende op geanticipeerd. Er zijn nu, 2,5 jaar later, nog steeds gemeenten die geen beleid hebben! Daardoor krijg je de gekke situatie dat twee collega’s in hetzelfde bedrijf niet dezelfde voorzieningen krijgen. Omdat de een twee straten verderop woont en onder een andere gemeente valt. Ik pleit ervoor dat we teruggaan naar landelijk bepaalde spelregels, met uitvoering door de gemeente. Want de meerwaarde van een loket in je eigen stadhuis, waar de mensen de regio kennen, zie ik wel degelijk.”
Lafeber en zijn collega’s hebben geen moeite vacatures te vinden. Terwijl hij behoorlijk kritisch is. “Wij werken alleen met werkgevers die bereid zijn uiteindelijk banen voor onbepaalde tijd te bieden als iemand goed past. Als je gebruik maakt van een financieel aantrekkelijke regeling moet je daar ook voor open staan vind ik. Het komt nu nog te vaak voor dat mensen doorgeschoven worden of na 23 maanden weer op de bank zitten. Ik wil dat voorkomen, thuis zitten is het slechtste medicijn voor deze mensen. En er zijn genoeg werkgevers met een sociaal hart.” Problemen ontstaan vooral bij het toepassen van regelingen. “Beleidsmedewerkers van de gemeenten kennen de doelgroep niet en kennen soms zelf de regelingen niet. Dan moet ik hen gaan uitleggen wat er mogelijk is. Soms ook krijgen mensen met een uitkering voorrang op mensen zonder uitkering zoals schoolverlaters van de Praktijkschool, want dat levert gemeenten een grotere besparing op. Of je spreekt wat af, en dat wordt een maand later weer teruggedraaid om budgettaire redenen. Ik snap werkgevers wel die zeggen: doe mij maar een Wajonger van het UWV, dan weet ik waar ik aan toe ben. Maar zo zou het niet moeten werken. Iedereen moet een kans krijgen op een geschikte arbeidsplek.”
“Iedereen moet een kans krijgen op een geschikte arbeidsplek.”
Lafeber werpt ook een ander licht op de standaard 50% loonwaarde die nu de eerste zes maanden gerekend kan worden. “Ik heb óók te maken met de werknemers. Voor hen is het ontzettend demotiverend als ze eerst 70% hadden en in een nieuwe baan op 50% beginnen. Of dat je ze later moet vertellen dat ze toch maar 30% loonwaarde hebben. Dat gaat ook over hun eigenwaarde.” Hij heeft ook al een alternatief uitgedacht. “Laat werkgevers kiezen tussen 30%, 50% en 70%. Werkgevers weten heel goed wat iemand kan en een goede arbeidsdeskundige zal dat ook snel zien. Scheelt ook geld. Een dure loonwaardemeting verdien je niet terug met het verschil vaststellen tussen 30% en 33,45% loonwaarde.”
Lafeber en zijn jobcoaches zijn door hun praktijkervaring in de afgelopen twee jaar flink wijzer geworden. “Er zijn zoveel regeltjes en regelingen. Sommige klanten zeggen tegen me: ‘als ik jou niet had gehad had ik iemand moeten aannemen voor al dat gedoe en dan was ik er niet aan begonnen’. Werkgevers kunnen niet alles weten. Wil je hier echt mee aan de slag, maak dan gebruik van de kennis van specialisten om de kans op succes zo groot mogelijk te maken.”