COLUMN
Ze werken bij een bedrijf dat vroeger de Plantsoenendienst heette. De arbeidsonbeperkte beperkt zich tot een minimum aan arbeid. Hij rookt een sjekkie en geeft de arbeidsbeperkte aanwijzingen hoe te wieden. Die aanwijzingen heeft hij niet nodig, leer de arbeidsbeperkte wieden, hij weet er alles van en hij vat zijn taak zeer serieus op.
“Roken is niet goed,” zegt de arbeidsbeperkte. “Je lijkt mijn vrouw wel,” zegt de onbeperkte. Hij laat zijn peuk in het perkje vallen en werkt hem met zijn schoffel de grond in.
“Waarom werk jij eigenlijk zo hard,” vraagt hij aan de arbeidsbeperkte.
“Omdat werken leuk is,” antwoordt hij. De onbeperkte zwijgt. Het begint zachtjes te regenen. Ook dat nog. “Goed voor het gras en de rozen!”
Wat een blije vogel, denkt de onbeperkte. Hij sloft met zijn schoffel naar het busje waarmee ze zich van perk naar perk verplaatsen.
’s Avonds, als hij thuis een biertje zit te drinken denkt hij: Hoe kan dat nou? Ik heb alles. Een vrouw, een huis, een auto, twee kinderen en die vent heeft niks. Geen eigen huis, geen auto, geen gezin. Of zou het dat zijn, dat hij niet zoveel zorgen aan zijn kop heeft?
De volgende ochtend wordt hij bij de opzichter geroepen. Die vertelt hem dat de proeftijd van de arbeidsbeperkte er bijna op zit. “Wat denk je,” vraagt hij, “zullen we hem houden?”
Nee, denkt de onbeperkte, hoe sneller die vent weg is hoe beter. “Hij doet het heel goed,” zegt de opzichter, “hoor ik van iedereen. Hij schijnt voor twee te werken.”
“O, jajajaja,” zegt de onbeperkte, “aardige gozer, ik stuur hem een beetje bij, dan gaat het best.”
Hij weet ook wel dat dat niet zo is. “Mooi,” zegt de opzichter, “dan bieden we hem een jaarcontract aan.”
De arbeidsbeperkte is blij als hij het nieuws vijf minuten later van de opzichter hoort. “Vind je het hier leuk?” vraagt hij. “Jazeker,” zegt de beperkte, “maar er is wel iets met mijn collega. Hij laat mij alles doen.” “Ja,” zegt de opzichter, “dat heb je soms, met mensen die denken dat ze geen beperkingen hebben. Maar als jij hem een beetje bijstuurt en hem het plezier in het werk kunt laten zien dan komt dat wel goed.”
Zo gezegd, zo gedaan. En ze wiedden nog lang en gelukkig.
Vincent Bijlo
Vincent Bijlo ~ Fotograaf: Jurjen Alkema©